Dwangarbeid in wereldwijde toeleveringsketens: Oproep tot actie
Terug naar woordenlijst-paginaDe toeleveringsketens van vandaag de dag zijn over de hele wereld verspreid. Toch heerst er wereldwijd een grote crisis wat betreft mensenrechten. Naar schatting zijn er momenteel meer dan 27 miljoen slachtoffers van dwangarbeid die bij elkaar opgeteld jaarlijks voor ongeveer $ 236 miljard aan illegale inkomsten zorgen. Hierbij vindt er systemische dwang plaats in onder andere landbouw-, productie- en technologiesectoren.
Uit recente rechtshandhavingsacties blijkt hoe groot de schaal is waarop dit gebeurt. Uit een onderzoek in 2024 blijkt dat ambtenaren van de VS verdachte goederen van bij elkaar opgeteld meer dan $ 2 miljard in beslag hebben genomen onder de Uyghur Forced Labor Prevention Act (UFLPA) van 2022. Rechtsgebieden waaronder het VK en Canada werken daarbij aan de rapportageverplichtingen voor moderne slavernij.
Aangezien consumenten en investeerders steeds vaker ESG-prestaties koppelen aan marktwaarde, moeten organisaties risico's wat betreft slavernij aanpakken die verder gaan dan eersterangsleveranciers, met name bij de inkoop van grondstoffen en hoogrisicogebieden.
Wat is dwangarbeid?
Dwangarbeid wordt volgens Verdrag 29 (1930) van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO, of ILO) omschreven als 'alle arbeid of diensten die worden verricht door een persoon onder dreiging van een straf en waarvoor de betrokkene zich niet vrijwillig heeft aangeboden'.
Deze definitie omvat drie fundamentele elementen:
- Arbeid of diensten: Iedere soort arbeid voor alle activiteiten, bedrijfstakken, sectoren, waaronder de formele en informele economie.
- Onder dreiging van een straf: Dit omvat vormen van dwang, waaronder het inhouden van loon, bedreigingen met geweld, bedreigingen tegen familieleden, inbeslagname van het paspoort en beperking van de bewegingsvrijheid.
- Onvrijwilligheid: Het gebrek aan vrije en geïnformeerde toestemming om werk aan te nemen of vrijwillig ontslag te nemen. Dit omvat vaak misleidende aanwervingspraktijken of valse beloften waardoor werknemers werk aannemen dat ze anders niet zouden aannemen.
Verschillen tussen dwangarbeid en moderne slavernij
Dwangarbeid is een specifiek subonderdeel van moderne slavernij en vindt voornamelijk plaats door directe dwang op de werkplek, zoals loondiefstal, inbeslagname van documentatie of fysieke bedreigingen. Daartegenover dient moderne slavernij als overkoepelende term die zowel dwangarbeid als ander systemisch misbruik omvat, zoals gedwongen huwelijk, slavernij op basis van afkomst en kinderarbeid. Dit is opgenomen in sommige wetgeving voor moderne slavernij, zoals de Fighting Against Forced Labour and Child Labour in Supply Chains Act van Canada.
Hoewel 90% van dwangarbeid plaatsvindt in toeleveringsketens van particuliere sectoren (bv. landbouw of productie) omvat moderne slavernij ook culturele praktijken zoals rituele slavernij (zoals 'trokosi') en door de overheid gesteunde onderdrukking.
Verschillen tussen dwangarbeid en mensenhandel
Mensenhandel wordt geassocieerd, en soms door elkaar gebruikt, met moderne slavernij en dwangarbeid. Er zijn echter verschillen. Mensenhandel omvat het werven of vervoeren van mensen voor uitbuiting. Dwangarbeid is daarentegen gericht op uitbuitende arbeidspraktijken. Mensenhandel is vaak een grensoverschrijdend fenomeen, maar doet zich ook voor in het binnenland.
Hoewel 64% van de slachtoffers van mensenhandel vaak dwangarbeid moeten verrichten, komt dwangarbeid niet alleen voort uit mensenhandel. Gelokaliseerde dwang, bijvoorbeeld de inbeslagname van paspoorten van arbeidsmigranten bij bouwprojecten in Golfstaten, is dwangarbeid zonder mensen te vervoeren.
Dwangarbeid in toeleveringsketens
Wereldwijde toeleveringsketens zijn vanzelfsprekend verbonden aan de risico's van dwangarbeid. Vaak komt het voor doordat organisaties kosten willen besparen en efficiënter te werk willen gaan door middel van leveranciersnetwerken die niet transparant zijn, waardoor het moeilijk is om dwangarbeid te detecteren en aanpakken.
In dit typische voorbeeld staat productie tegen lage kosten centraal, wat leidt tot onderaanneming en weinig overzicht. Arbeidsmigranten, een primaire bron van arbeid, betalen wervingskosten die kunnen variëren van $ 3.000 tot $ 5.000. Hierdoor krijgen ze te maken met schuldslavernij. Dit wordt daarbij verergerd door zwak bedrijfsbestuur, waardoor deze uitbuitende arbeidspraktijken aan blijven houden. Slechts 23% van alle landen heeft strenge arbeidswetten voor risicovolle sectoren zoals de landbouw.
Als bedrijven geen toezicht houden, kan dwangarbeid probleemloos blijven voortbestaan. Ongeveer 78% van dwangarbeid komt voor bij tweede- en derderangsleveranciers. Organisaties hebben hier maar weinig toezicht. In de palmolie- en bouwsector manipuleren arbeidsbemiddelaars zonder vergunning contracten en nemen ze paspoorten in, waardoor de bewegingsvrijheid wordt beperkt en er geen eerlijk loon is.
Welke sectoren lopen een hoog risico op dwangarbeid?
- Landbouw: Door de hoge vraag naar seizoensarbeiders en gevaarlijke werkomstandigheden is de landbouw een van de sectoren waarin het vaakst dwangarbeid plaatsvindt, welgeteld 24% van de wereldwijde gevallen van dwangarbeid. Vooral de cacao-, koffie- en palmoliesectoren worden vaak getroffen.
- Productie: Door dwangarbeid wordt er jaarlijks $ 472 miljard gegenereerd in sectoren zoals de textiel- en elektronicasector. Door werk uit te besteden aan zogeheten 'sweatshops' kan dwangarbeid onverstoord doorgaan.
- Bouw: Arbeidsmigranten, die 7% van de bouwarbeiders over de hele wereld uitmaken, hebben vaak te maken met loondiefstal. In het VK wordt door 33% van de bouwarbeiders niet gemeld dat ze hun loon niet volledig uitbetaald krijgen.
Dwangarbeid tegengaan: Regelgevingen en bedrijfsbestuur
Mensenrechten en arbeidsnormen
In de verdragen van de ILO staan wereldwijde normen voor het voorkomen van dwangarbeid. In Verdrag 29 (1930), dat we al eerder hebben benoemd, wordt dwangarbeid omschreven als werk dat verricht moet worden onder dreiging van een straf op fysiek, financieel of psychologisch gebied.
Verdrag 105 (1957) gaat wat verder. Hierin wordt dwangarbeid verbannen voor politieke dwang, arbeidsmobiliteit of arbeidsdiscipline. Het Protocol van 2014 bij Verdrag 29 verplicht staten om de hoofdoorzaken aan te pakken, zoals armoede- en migratierisico's, vereist dat slachtoffers worden vergoed en dat bedrijven due diligence toepassen. Sinds 2024 hebben meer dan 50 landen dit bekrachtigd.
Ondertussen blijven VN-initiatieven aandringen op bedrijfsverantwoordelijkheid. Het Duurzame Ontwikkelingsdoel 8.7 is gericht op het elimineren van dwangarbeid tegen 2030 met Alliance 8.7, een partnerschap dat bestaat uit 21 overheden en 10 VN-agentschappen. Met Principe 4 van UN Global Impact worden bedrijven gestuurd om dwangarbeid te voorkomen met ethische werving en transparante toeleveringsketens.
Regelgevingen en scherpe controles
De Europese anti-dwangarbeidverordening (FLR) verbiedt producten die met dwangarbeid zijn gemaakt in elke fase van de toeleveringsketen. Organisaties moeten toeleveringsketens in kaart brengen, risicobeoordelingen uitvoeren en op basis van gegevens kunnen aantonen dat ze de regels naleven. Een schending van deze verordening kunnen geldboetes betekenen tot wel 4% van de totale omzet. De FLR is op 13 december 2024 van kracht gegaan en het verbod gaat in op 14 december 2027. In de Verenigde Staten worden alle goederen uit Xinjian door de Uyghur Forced Labor Prevention Act (UFLPA, wet ter voorkoming van dwangarbeid voor Oeigoeren) beschouwd als goederen waarbij sprake was van dwangarbeid. Importeurs moeten dit kunnen ontkrachten aan de hand van gedetailleerde audits in de toeleveringsketen.
In Canada ging de Modern Slavery Act (Wet inzake moderne slavernij) (of Fighting Against Forced Labour and Child Labour in Supply Chains Act) op 1 januari 2024 van kracht. Voor 2025 wordt er meer toezicht en verbeterde handhaving verwacht. Deze wetgeving is een belangrijke stap in het kader van de initiatieven van Canada om dwang- en kinderarbeid tegen te gaan in de wereldwijde toeleveringsketens door zowel overheidsinstanties als particuliere entiteiten te verplichten jaarlijks een verslag uit te brengen over de genomen maatregelen om zo het risico op dwang- en kindarbeid in de toeleveringsketens te voorkomen en beperken. Belangrijke vereisten zijn:
- Gedetailleerde bekendmakingsvereisten waarin de toeleveringsketenstructuren en -activiteiten worden omschreven
- Beschrijvingen over het beleid en de due diligence-processen op het gebied van dwang- en kinderarbeid
- Identificatie van hoogrisicogebieden in de toeleveringsketens
- Informatie over trainingsprogramma's voor werknemers
Due diligence en bedrijfsverantwoordelijkheid
Er zijn al meerdere bedrijven die een streng beleid wat betreft inkoop hebben aangenomen. Colgate-Palmolive volgt de Priority Industry Principles van het Consumer Goods Forum (CGF) waardoor de bewegingsvrijheid wordt gewaarborgd, de werknemer geen extra kosten hoeft te betalen voor zijn werk en er geen dwangarbeid is. Het bedrijf controleert leveranciers en beëindigt contracten met overtreders. Danone doet 75% van de fruitaankopen bij boerderijen via het RESPECT-programma. Hierbij worden audits gecombineerd met projecten ter ondersteuning voor arbeiders.
In het VK volgt Marks & Spencers inkoopprincipes waardoor er een verbod op het bewaren van documenten is en loontransparantie vereist is. Het bedrijf organiseert ook vaak conferenties over moderne slavernij en publiceert volledige overzichten van de toeleveringsketen. Kellogg houdt zich aan Verdrag P29 van ILO door strenge beleidsregels aan te nemen over onvrijwillige arbeid en beoordelingen van arbeidsmigranten, met name in hoogrisicogebieden als West-Afrika.
Er is ook steeds meer sectoroverschrijdende samenwerking. De World Business Council for Sustainable Development (WBCSD) ondersteunt bedrijfsinitiatieven zoals Unilever en Coca Cola's op blockchain-gebaseerde traceerbaarheidsprojecten voor palmolie en opleidingsprogramma's voor werknemers in de cacaoteelt. Het Consumer Goods Forum (CGF) zorgt er daarbij voor dat meer dan 400 detailhandelaren de principes volgen om wervingskosten te verbieden, arbeidsmobiliteit te garanderen en schuldslavernij te elimineren.
Hoe kunnen risico's op dwangarbeid in de toeleveringsketens worden herkend?
Risico's op dwangarbeid zitten vaak diep verborgen in de toeleveringsketens, waardoor ze lastig zijn om te detecteren. Als een bedrijf weet waar het naar deze moet zoeken en waar het bedrijf op moet letten, kunnen potentiële problemen worden opgespoord vóórdat ze escaleren.
Belangrijke tekens van risico's op dwangarbeid
Sommige regio's en sectoren zijn gevoeliger voor dwangarbeid dan anderen. In gebieden met slechte arbeidswetten, conflictgebieden en landen die zeer afhankelijk zijn van arbeidsmigranten, is er vaak meer sprake van dwangarbeid. De landbouw-, bouw- en productiesectoren zijn zeer risicovolle sectoren, aangezien hier vaak onderaanneming voorkomt en er weinig toezicht is.
Bepaalde wervingspraktijken kunnen ook duiden op risico's op dwangarbeid. Let daarnaast op bijkomende wervingskosten van leveranciers, inbeslagname van paspoorten en het inhouden van loon, wat kan leiden tot schuldslavernij. Door dit soort praktijken kunnen werknemers mogelijk worden uitgebuit en kunnen ze geen ontslag nemen.
Stappen voor meer transparantie in toeleveringsketens
Zorg voor een overzicht van de toeleveringsketen dat verder gaat dan alleen directe leveranciers om de risico's op dwangarbeid te verlagen. Ga na waar grondstoffen vandaan komen en houd onderaannemers in de gaten. Producten die hoge risico's met zich mee brengen, zoals textiel en elektronische componenten, moeten extra gecontroleerd worden.
Gelaagde risicobeoordelingen bieden een vollediger overzicht. Dit houdt in dat geopolitieke risicoanalyses met productspecifieke evaluaties moeten worden uitgevoerd. Tools zoals de 11 indicatoren van dwangarbeid van ILO kunnen helpen om tekens van dwangarbeid te herkennen.
Specifieke tekens van dwangarbeid in toeleveringsketens omvatten:
- Risicofactoren voor landen omvatten zaken als wettelijke regelingen die vreedzame stakingen verbieden, landen met beleidsregels en programma's voor gevangenisarbeid en landen die de fundamentele verdragen van de ILO niet in acht nemen.
- Risicofactoren van migratie en informaliteit, zoals het ontbreken van schriftelijke arbeidscontracten, informeel arbeid en de indienstneming van arbeidsmigranten.
- Risicofactoren van schulden, zoals de aanwezigheid van kredietregelingen, schuldregelingen voor werknemers en gevallen van misbruik, geweld of intimidatie van fysieke of psychologische aard.
Samenwerking verbetert ook het toezicht. Sectorinitiatieven, zoals de Fair Labor Association. Door te investeren in oplossingen zoals de EcoVadis-services voor het in kaart brengen van risico's om een uitgebreide leveranciersdatabase te maken voor risicoprofielen van landen en categorieën kunnen effectief de signalen in kaart worden gebracht. Organisaties zijn vaak afhankelijk van waarborging en certificering om risico's op dwangarbeid te beperken. De traditionele certificeringssytemen zijn echter beperkt in gebruik. Met audits wordt vaak misbruik over het hoofd gezien. Sommige leveranciers vervalsen daarbij gegevens. Houd daarnaast rekening met het feit dat veel leveranciers twee salarissystemen hebben om schendingen met betrekking tot het loon te verbergen. De meeste gevallen van dwangarbeid vinden bovendien niet plaats bij eersterangsleveranciers, maar bij tweede- of derderangsleveranciers.
Om beter toezicht te kunnen houden, moeten organisaties overwegen om bepaalde maatregelen te nemen, zoals leveranciersgegevens extra te controleren aan de hand van satellietbeelden, exportgegevens en patronen van geldoverschrijvingen van werknemers. Ook kunnen organisaties een forensisch accountant inschakelen om afwijkingen in het loon en verborgen wervingskosten op te sporen.
Maatregelen tegen dwangarbeid in toeleveringsketens
Dwangarbeid blijft een wijdverbreid en diepgeworteld probleem in toeleveringsketens over de hele wereld. Jaarlijks lijden miljoenen personen eronder en worden er miljarden aan illegale winst gemaakt. Sectoren zoals de landbouw-, productie- en bouwsector zijn het meest kwetsbaar. Er is vaak sprake van schuldslavernij, loondiefstal en inbeslagname van documentatie, waardoor werknemers worden uitgebuit.
Het groeiende belang voor regelgevingen, zoals de Europese anti-dwangarbeidverordening, de Uyghur Forced Labor Prevention Act en de Canadese regelgeving tegen moderne slavernij, duidt erop dat bedrijven steeds meer oog hebben voor verantwoording. Het naleven van de regels is echter niet genoeg. Organisaties moeten proactieve maatregelen nemen, waaronder het in kaart brengen van de toeleveringsketen, het uitvoeren van risicobeoordelingen en samenwerken sectorinitiatieven om effectief risico's op dwangarbeid tegen te gaan.
Om daadwerkelijk een verschil te kunnen maken, moeten organisaties meer doen het uitvoeren van beperkte audits en gebruikmaken van innovatieve oplossingen, zoals op blockchain gebaseerde traceerbaarheidsprojecten, opleidingsprogramma's voor werknemers en forensische accountants inschakelen om verborgen misbruik aan het licht te brengen. Hierdoor beschermen ze mensenrechten, verbeteren ze hun ESG-prestaties, behouden ze hun merkreputatie en dragen ze bij aan een rechtvaardige economie.
Voor meer informatie over moderne slavernij, dwangarbeid en due diligence in toeleveringsketens, raadpleeg dan onze gratis whitepaper: "Moderne slavernij en due diligence van mensenrechten in toeleveringsketens."
Download de whitepaper vandaag nog en sluit u aan bij beweging naar ethische inkoop en duurzame bedrijfspraktijken. Samen kunnen we werken aan toeleveringsketens waarbij waardigheid, transparantie en eerlijk bovenaan staan voor iedereen.